Insulinomen zijn kleine goedaardige tumortjes in de alvleesklier die een overmaat aan insuline produceren  waardoor het suikergehalte in het bloed te laag wordt. De hersenen zijn voor hun functioneren afhankelijk van het suikergehalte in het bloed en krijgen problemen als het bloedsuiker veel te laag wordt. Het lichaam kan via correctiemechanismen het bloedsuikergehalte kunstmatig op niveau proberen te houden. Hierdoor kan na het optreden van de eerste verschijnselen, het soms dagen of weken duren voordat u als eigenaar opnieuw iets aan uw fretje opmerkt. Je zou hier kunnen spreken van een "omgekeerde suikerziekte”. Bij suikerziekte is er namelijk een tekort aan insuline en bij insulinomen hebben we te maken met een teveel aan insuline.

Insulinomen1
Te mager en te sloom op de behandeltafel


Komt de ziekte vaak voor?

Deze aandoening komt regelmatig voor bij fretten boven de leeftijd van 5-6 jaar. Een laag bloedsuiker bij fretten onder de leeftijd van 5 jaar wordt meestal door een ander probleem veroorzaakt dan door insulinomen.
Deze aandoening wordt bij oudere fretten regelmatig door de eigenaar gemist omdat verondersteld wordt dat de symptomen worden veroorzaakt door het ouder worden van het fretje.

Oorzaken

De oorzaak voor het ontstaan van insulinomen is nog onbekend. Wel zien we deze ziekte eerder ontstaan bij dieren op goedkope brokvoeding van slechte kwaliteit of na het geven van veel suikers/koolhydraten zoals bijvoorbeeld in vitaminepasta’s voor fretten. Ook rozijntjes zitten vol (natuurlijke) suikers.

Ziekteverschijnselen

De eerste verschijnselen kunnen soms met dagen of weken ertussen voorkomen:

  • Staren in de ruimte gedurende een paar seconden. Het fretje is zich even niet bewust van de omgeving. Dit is echter iets dat elke fret die zich niet lekker voelt kan doen. Vaak gaan ze tevens op de grond "platliggen".
  • Zwakte van de achterhand waardoor het achterlichaam heel kort even omvalt. Meestal is dit maar van korte duur en na het geven van eten volledig verdwenen. Fretten die continue met hun achterhand zwalken/omvallen hebben een ander probleem.
  • Verminderde activiteit met veel slapen en moeilijk wakker worden na het slapen is een veel gehoorde klacht maar komt in principe bij elke ziekte voor.
  • Gewichtsverlies komt regelmatig voor maar ook dit is niet specifiek voor deze aandoening.
  • Speekselen en met de pootjes aan de bek krabben kan voorkomen ten gevolge van de misselijkheid die ontstaat door een te laag bloedsuiker gehalte.
  • Naarmate de ziekte langer bestaat en bovengenoemde symptomen in meer of mindere mate al vaker zijn voorgekomen, kunnen deze fretten ook plots toevallen krijgen en heftig liggen te spartelen, soms krijsen en gillen ze hierbij, soms gebeurt het in stilte. Een heel naar gezicht. Indien niet snel wordt ingegrepen kunnen ze in coma raken en sterven.
  • Plotselinge sterfte door het in coma raken komt bij oudere fretten soms voor. Hierbij zijn bovengenoemde ziekteverschijnselen vaak wel aanwezig geweest, maar aangezien voor het natuurlijke proces van een ouder wordende fret.

Diagnose

Bij fretten boven de leeftijd van 5-6 jaar is het altijd aan te raden om een controle bloedonderzoek te doen, ook al lijken er soms geen klachten te zijn.
Bloed wordt meestal uit de halsvene gehaald en altijd na minstens 4 uur vasten. Een narcose is hierbij niet nodig. Het meten van het bloedsuikergehalte uit een voetzooltje, oortje of met slechts een druppel bloed geeft altijd een lagere suikerwaarde aan, wat tot een verkeerde diagnose kan leiden.

Door aanvullend bloed- en lichamelijk onderzoek moeten andere oorzaken van een laag bloedsuikergehalte uitgesloten worden. Daarna kan de diagnose pas met een redelijke zekerheid worden gesteld.
De tumortjes zijn veel te klein om op een echo zichtbaar te maken of om door de dierenarts in de buik te voelen.

Behandeling

Het is belangrijk om deze aandoening op tijd te behandelen. De ziekte veroorzaakt veel ongemak voor het diertje. Als gevolg van een voortdurend laag bloedsuiker ontstaat schade aan zenuwweefsel en wordt de afgifte van meer maagzuur bevorderd waardoor maagproblemen ontstaan. Er zijn in grote lijnen twee behandelmogelijkheden:

  1. De chirurgische behandeling:
    Een chirurgische behandeling is voor fretten onder de leeftijd van 7 jaar de meest diervriendelijke optie. De behandeling bestaat uit het verwijderen van de kleine tumortjes in de alvleesklier. Voor een goed resultaat is veel ervaring van de dierenarts met deze operatietechniek wel een vereiste. Het succespercentage van de operatie is de afgelopen jaren behoorlijk toegenomen. Tegenwoordig zijn fretten die 2-3 jaar daarna (zonder medicatie) klachtenvrij zijn, geen uitzondering meer.
    Omdat in een later stadium op andere plaatsen in de alvleesklier weer opnieuw kleine tumortjes kunnen ontstaan is er geen garantie te geven dat het probleem voor altijd is opgelost. Bij fretten met hernieuwde klachten wordt niet opnieuw geopereerd maar een medicinale therapie ingezet.
    NB. Niet iedere fret komt in aanmerking voor chirurgie. Het is belangrijk om eerst andere gelijktijdig aanwezige aandoeningen indien mogelijk te behandelen, voordat een operatie wordt uitgevoerd!

  2. De medicinale behandeling:
    Indien chirurgie geen optie is, wordt gestart met de medicatie diazoxide (een insuline-remmer) en in een later stadium soms met de toevoeging van prednison. Prednison is veel schadelijker voor het fretje en dient pas in een laat stadium te worden toegevoegd. 
    Er wordt begonnen met een lage doses welke langzaam wordt opgevoerd. De medicatie doet niets aan de groei van de tumoren, waardoor steeds meer nodig is.
    Deze medicatie wordt aangevuld met een maagzuurremmer.
    Fretten op medicatie leven duidelijk korter dan geopereerde fretten.

    Na het instellen is het sterk aan te raden elke 2-3 maanden het bloedsuikergehalte te laten controleren zodat de dosering aangepast kan worden of eventuele complicaties behandeld.

Voeding van fretten met een laag bloedsuiker

  • Frequente maaltijden (3-6x daags) zijn belangrijk. Bij brokvoeding zorgen dat het bakje altijd is gevuld met verse brokjes.
  • Het is belangrijk om brokvoeding van zeer goede kwaliteit te geven. Voorbeelden zijn: Virbac baby pre-neutered cat, Hill’s kitten of Orijen kitten.
  • Daarnaast kunt u het fretje extra smakelijk eiwit voorzetten in bijvoorbeeld de vorm van Royal Canin Recovery Liquid of A/D blikvoer. Geef het niet koud maar smakelijk lauwwarm.
  • Geef géén suiker bevattende voedingsmiddelen zoals rozijntjes, vitamine pasta’s ed. Deze stimuleren juist de afgifte van insuline.

Wat te doen als een fret plots zeer zwak wordt of een toeval krijgt:

Druivensuiker (in poedervorm) kan het beste bij de hand worden gehouden voor het geval dat een insulinoom patiëntje een 'hypo' krijgt. Een “hypo” is net als bij mensen een veel te laag bloedsuiker. Het kan er soms heftig uitzien. Druivensuiker kan met een theelepeltje in de bek worden gegeven. Het poeder wordt al door het mondslijmvlies opgenomen zodat het fretje eventueel niet hoeft te slikken. Een half theelepeltje is meestal ruim voldoende en binnen een 1/2 uur soms al na 5 minuten voelt het diertje zich een stuk beter.
Bij lichte aanvallen is het aanbieden van RC Recovery Liquid beter of als dit niet wordt gegeten een suikerhoudende vitamine pasta zoals bijvoorbeeld 'Vetoquinol Care Energie' pasta, deze bevatten ook vet waardoor het bloedsuiker gehalte beter op peil blijft.

NB: Bij iedere oudere fret die plots een toeval krijgt en daarbij heftig ligt te spartelen, is het aan te raden om eerst een halve theelepel druivensuiker (desnoods gewone suiker) in de bek in te geven, voordat het fretje met spoed naar de dierenarts wordt gebracht.