Alvorens te fokken met fretten, is het belangrijk je hier eerst goed in te verdiepen. Fokken is een serieuze aangelegenheid! De pups hebben ook allemaal een nieuw en goed tehuis nodig, regel dat zoveel mogelijk VOOR de dekking.
De dekking
Vanaf twee weken na het begin van de zwelling van de vulva (het vrouwelijke geslachtsdeel) kan het vrouwtje gedekt worden. Zij kan het beste naar het hok van het mannetje worden gebracht. Het is raadzaam om de paring even in de gaten te houden, omdat het er soms erg ruw aan toe kan gaan. Laat ze een paar uur tot hooguit een dagdeel bij elkaar.
De dracht
De dracht duurt 41-43 dagen. Vanaf 3-4 dagen na de dekking schrompelt de vulva, dit betekent dat er een eisprong heeft plaats gevonden. Blijft de vulva koffieboon groot, dan kan het vrouwtje opnieuw gedekt worden. Er is dan niets gebeurd. Het slinken van de vulva wil nog niet zeggen dat de dekking geslaagd is. Als de bevruchting niet goed is verlopen, wordt het fretje namelijk schijndrachtig.
Na 2-3 weken kan door het voorzichtig voelen in de buik worden vastgesteld of het fretje drachtig is. Via echografie kan een dracht al vanaf 10 dagen na dekking worden vastgesteld. Zet een drachtig vrouwtje minstens een week voor de bevalling apart met een eigen werpkistje waarin ze voldoende ruimte heeft maar ook de veiligheid van een eigen “hol”.
Drachtige en melkgevende vrouwtjes kunnen bijgevoerd worden met het “Walthampapje”. Zie ook “Voeding voor drachtige en lacterende vrouwtjes”.
De schijndracht
Een vrouwtje wordt schijndrachtig als ze wel is gedekt waarbij wel een eisprong heeft plaatsgevonden, maar de bevruchting niet is gelukt. Deze schijndracht duurt net als een gewone dracht ongeveer 42 dagen. Aan het einde van deze schijndracht willen deze vrouwtjes, gevolg gevend aan hun moederinstinct, andere fretten naar hun nest slepen. Dit kan tot vechten of minstens behoorlijke onrust in de groep leiden. Ook zijn deze vrouwtjes chagrijniger naar de andere fretten en zelfs naar de eigenaar. Ze voelen zich vaak niet prettig. Deze vrouwtjes kunnen beter apart worden gezet. Er zijn goede medicijnen om de duur van de schijndracht te bekorten.
De melkklieren kunnen zich ook volledig ontwikkelen. Zodanig zelfs, dat een vrouwtje jongen kan verzorgen. Het komt zelfs voor dat ze jongen van een andere soort grootbrengen, zoals bijvoorbeeld een kitten. Meestal wordt ze een paar weken later weer loops.
De bevalling
De bevalling (partus) verloopt meestal probleemloos. Zorg wel voor voldoende rust. Een bevalling duurt ongeveer 2-3 uur. De aanwezigheid van de eigenaar wordt tijdens de partus vaak wel op prijs gesteld. Gemiddeld worden 8 jongen geboren met een geboortegewicht van 8-10 gram.
Deze fret is aan het bevallen
De pups
Pasgeboren pups zijn vrijwel naakt met enkele fijne witte haartjes. De kleur van de pups is al na een paar dagen te ontdekken. Wildkleur pups hebben een donkere lijn rond de rand van hun gesloten ogen. Deze ontbreekt bij albinopups. De moeder kan meer pups grootbrengen dan ze tepels (8) heeft. Er zijn nesten van 12 pups die allemaal grootgebracht worden. Direct na de geboorte is het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes al duidelijk. De afstand van de geslachtsopening tot de anus is bij mannetjes veel groter dan bij de vrouwtjes.
De ogen en oren gaan rond de 28e dag pas open. De melkhoektandjes komen door vanaf 3 weken leeftijd. De blijvende hoektanden komen al door als de melkhoektandjes nog aanwezig zijn, op 7 weken. Vanaf 3-4 weken leeftijd kunt u de pups bijvoeren.
Sociale ontwikkeling
Voor een goede sociale ontwikkeling van een jong fretje is het belangrijk dat een pupje pas na 8 weken van de moeder en de rest van het nest wordt gescheiden. De correcties van de moeder en het contact met andere pups is belangrijk voor de ontwikkeling van normaal gedrag bij de jonge fret. Eerdere scheiding kan leiden tot ongewenst overmatig ruw gedrag (meestal aangezien voor agressief gedrag) van het pupje, omdat het diertje onvoldoende correcties heeft gekregen van de moeder. Ook overmatig angstig gedrag kan mogelijk zijn oorsprong hebben in een onvoldoende stabiele normale ontwikkeling bij de moeder.
Fokkers en opvangen (die een nestje opvangen) plaatsen pups steeds vaker pas vanaf 9 weken in verband met de sociale ontwikkeling.
Haal de fretten niet eerder dan acht wegen uit het nest weg. Deze pups zijn zeven weken oud.