Behandelingen

  • Als het einde daar is...

    Als dierenarts heb je regelmatig te maken met het sterven van dieren. De begeleiding hierbij is een essentieel onderdeel van ons vak.

  • Chirurgie

    Narcose bij een fret

    Jonge fretten kunnen gelukkig vrij goed tegen een narcose. Dan moeten ze natuurlijk wel de juiste narcose en vooral ook de juiste nazorg nà de narcose krijgen. Dit ligt anders voor fretten vanaf 4-5 jaar leeftijd. Hierbij is ervaring met fretten en een constante bewaking erg belangrijk.

  • De gezondheid controleren

    Een fret laat gezond gedrag (spelen en rondlopen) zien naast ziek gedrag. Daarom is het belangrijk om afwijkend gedrag van je fret te herkennen. Kleine gedragsveranderingen kunnen al duiden op een behoorlijk gezondheidsprobleem. Hieronder enkele aandachtspunten om de gezondheidstoestand van uw fret in te kunnen schatten.

  • Hormoonimplantaten: alternatief voor castratie en sterilisatie

    Hormoonimplantaten,

    een beter alternatief voor castratie en sterilisatie

    (bijgewerkt december 2023)

    Het effect van een implantaat is precies hetzelfde als die van de chirurgische castratie of sterilisatie: Vrouwtjes worden niet meer loops en hebben daardoor ook geen last van beenmergdepressie. Mannetjes stinken niet meer. Mannetjes en vrouwtjes zijn niet meer bronstig of vruchtbaar en vertonen minder territoriaal gedrag.

    Je kunt het zien als een “chemische” castratie/sterilisatie.

    Het implantaat heeft geen bijwerkingen en is eenvoudig toe te dienen.  Het is vergelijkbaar met het plaatsen van een identiteits-chip. Er is géén narcose voor nodig.

    Op welke leeftijd worden implantaten geplaatst ?

    Implantaten kunnen bij jonge fretten vanaf 3-4 maanden leeftijd geplaatst worden.
    Bij vrouwtjes wachten we tot de maand november/ december volgend op haar geboorte maar wel liefst VOOR de loopsheid.
    Bij mannetjes is 3-4 maanden leeftijd prima, er kan eventueel gewacht worden tot seksueel/territoriaal gedrag aanwezig is.

    Hoe lang werkt een implantaat ?

    Er zijn twee soorten implantaten beschikbaar: een 2-jarig (4,7 mg) en een 4-jarig (9,4 mg) implantaat. Dat betekent dat ze respectievelijk gemiddeld 2 of 4 jaar lang werken. Het zijn gemiddelden, het kan zijn dat ze korter of langer werken.
    Bij fretten die alleen worden gehuisvest werken ze vaak langer.

    Als het implantaat na 2 weken niet lijkt te werken moet er rekening mee gehouden worden dat het implantaat niet in het dier is gekomen en kan een nieuw implantaat worden ingebracht.

    Het implantaat kan korter werken bij:

    • Groepshuisvestingvan fretten, vanwege de toegenomen hormonale stimulatie door territoriale stress.
    • Fretten waarbij recente voorouders nog gekruist zijn met de bunzing. Deze fretten hebben ten gevolge van hun natuurlijke territoriale gedrag meer last van territoriale stress.
    • Chronisch zieke fretten. Bijvoorbeeld fretten die lijden aan complicaties na een besmetting met het “nieuwe systemische corona virus”.

    Voordelen van een implantaat:

    • Het grote voordeel is dat geïmplanteerde fretten op latere leeftijd veel minder kans hebben op het ontstaan van ernstige bijnierproblemen. Het implantaat onderdrukt namelijk ook de stimulatie van de bijnieren.
    • Er is géén narcose of operatie nodig.
      Het gebeurt (vanwege het nieuwe virus onder fretten) niet zelden dat een jong fretje complicaties heeft na een chirurgische ingreep of zelfs overlijdt.
    • Bij een implantaat bestaat de mogelijkheid om alsnog met een mannetje of vrouwtje te fokken.

    Is implanteren duurder?

    • Het lijkt misschien of een implantaat duurder is dan een eenmalige chirurgische behandeling, maar deze chirurgisch gecastreerde fretten hebben op een leeftijd van 4 jaar meestal toch implantaten nodig om de bijnieren rustig te houden.
      Dan moet het fretje minimaal 1x per jaar een implantaat krijgen. Dezelfde implantaten worden namelijk gebruikt om fretten met een bijnierprobleem te behandelen. Deze worden dan veel vaker achter elkaar gegeven.

    Geef vrouwtjes op tijd hun 1e implantaat:

    • Vrouwtjes die al bijna loops zijn, kunnen na inbrengen van het implantaat gedurende één week loops worden.
      Dat is gelukkig geen probleem voor deze dieren omdat het maar kort duurt.
    • Vrouwtjes die al loops zijn op het moment van implanteren, hebben meer kans op schijnzwangerschap. Dit ontstaat 1,5-2 maanden na het plaatsen van het implantaat en geeft ongewenst gedrag waarbij het fretje zich niet prettig voelt.
      Er zijn goede medicijnen om de duur van de schijndracht te bekorten.
      Schijnzwangerschap is te voorkomen door het implantaat VOOR de loopsheid te plaatsen.

    Herinnering voor een nieuw implantaat:

    Als het implantaat in de Frettenkliniek is geplaatst, krijgt u tijdig bericht dat uw fret weer toe is aan een nieuw implantaat. Als dat niet zo is, zult u zelf moeten opletten of uw fret weer loops wordt of mannelijk of vrouwelijk hormonaal gedrag gaat vertonen.

    Advies en beleid van de Frettenkliniek:

    De voordelen van een implantaat wegen duidelijk op tegen de nadelen. Het advies is daarom het plaatsen van een implantaat bij alle jonge fretten.

    NB: Daar er in Nederland heel veel fretten besmet zijn met het "nieuwe systemische coronavirus" verrichten we op de Frettenkliniek bijna geen chirurgische castratie of sterilisatie meer. De narcose is een te groot risico voor deze fretjes. Daar er nog geen test bestaat die kan uitsluiten dat een fret met dit nieuwe virus is besmet, nemen we het zekere voor het onzekere en plaatsen we vrijwel alleen nog implantaten bij fretten.

     

  • Oormijt

    Oormijt (Otodectes cynotis) is een kleine parasiet die in grote aantallen als kleine torretjes in de oren van de fret kunnen rondkruipen. Ze kunnen bij de fret veel schade aanrichten. Behandelen is absoluut noodzakelijk.

  • Pijnstilling bij de fret

    Van diverse ziekte-aandoeningen van de fret weten we vanuit de humane geneeskunde dat het pijnlijk is. Een verwonding, een gebroken bot, een maagzweer, een acute middenoorontsteking, een acute nierontsteking. Het zijn aandoeningen waarbij we er van uit kunnen gaan dat het pijn doet, niet alleen bij de mens maar ook bij het dier. Naast de behandeling van de aandoening is het dan wenselijk om tevens pijnstilling te geven. Pijnstillers hebben daarnaast het voordeel dat ze ontstekingsremmend werken.

  • Voeding voor zieke en oudere fretten

    Zieke en oudere fretten hebben naast hun normale voeding of zelfs ter vervanging van hun oude voer een krachtvoeding nodig. Jarenlang hebben vele fretten eigenaren gebruik gemaakt van RC Convalescence Support Instant (“het Waltham papje”). Nu de meeste fretten eigenaren helaas door hun voorraad heen zijn, is iedereen op zoek naar een goed alternatief. Dat blijkt helaas niet gemakkelijk. Veel chronisch zieke en oudere fretten zijn echter afhankelijk van een smakelijke en krachtige bijvoeding.

    Door het korte maagdarmkanaal en de snelle passagetijd is de opname van voedingsstoffen veel minder efficiënt dan bij andere carnivoren zoals de hond en de kat. Hierdoor hebben ze behoefte aan een kwalitatief beter voedsel met een hoog eiwit- en vetgehalte van dierlijke oorsprong en een zo laag mogelijk koolhydraat- en vezelgehalte.

    Belangrijk is dat naast een goede kwaliteit, de voeding smakelijk is en graag wordt gegeten. Ook een goede verteerbaarheid in het maagdarmkanaal is essentieel. De fretjes moeten er niet te misselijk van worden en ook niet aan de diarree geraken. Daarnaast is het belangrijk dat het betaalbaar is en in Nederland verkrijgbaar.

    Fretten eten naar energie behoefte. Bij voeding met een hoge energiedichtheid en voldoende eiwit wordt het volume van de maaltijden beperkt. Het fretje hoeft minder te eten om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen. Hierdoor wordt het maagdarmkanaal ook minder belast.

    Voor een goede vergelijking tussen de diverse voeders moet een berekening gemaakt worden van de percentages eiwit, vet en koolhydraten per droge stof en metaboliseerbare energie. Maar zelfs dan kan wat op papier theoretisch een goede vervanger lijkt, in de praktijk erg tegenvallen doordat het fretje er bijvoorbeeld erg misselijk van wordt of het niet smakelijk vindt.
    We zijn nog steeds bezig om de ideale vervanger te vinden welke ook betaalbaar is.

    Voeding die de Frettenkliniek momenteel aanraadt:

     Vloeibare recovery melk: Royal Canin Recovery Liquid heeft momenteel mijn voorkeur als beste alternatief. Dit is kant en klare volledige voeding in een flesje. Het is uitermate goed verteerbaar en wordt over het algemeen goed verdragen door een ziek maagdarmkanaal. Nadeel is de prijs, maar het kan met behulp van zakjes voor ijsklontjes in kleine porties worden ingevroren.

    Blikvoer wordt meestal niet zo graag gegeten, mogelijk door de textuur. Fretten houden niet van korrelige voeding. Toch zijn er fretjes die het wel lekker vinden en goed eten. Royal Canin Recovery Mousse, ProPlan CN Convalescence en Hill’s A/D blikvoer zijn goede alternatieven.

    Voeding in poedervorm is het gemakkelijkste. Het is vaak goed houdbaar en gemakkelijk te mengen met bijvoorbeeld brokkenbrij. Helaas hebben we nog geen voeding in poedervorm gevonden welke van voldoende kwaliteit is en ook goed wordt verdragen door het maagdarmkanaal van zieke en oude fretjes. Theoretisch goede alternatieven als KMR kittenmelken FoxValley kittenmelk zijn momenteel niet te verkrijgen en in de praktijk nog onvoldoende getest.
    Fox Valley 25/30 melkpoeder voor marterachtigen wordt op internet aangeprezen maar bevat te weinig eiwit en teveel koolhydraten per energie inhoud van de voeding en raad ik niet aan.
    Veel kittenmelk producten zijn niet smakelijk genoeg, bevatten te weinig voedingsstoffen per energie-inhoud, geven diarree problemen of het fretje wordt er te misselijk van.

    Voeding klaarmaken:

    Royal Canin Recovery Liquid:

    • Geopend is het 2-3 dagen houdbaar in de koelkast (NB. officieel is het maar 2 dagen houdbaar).
    • De rest kunt u invriezen. Bijvoorbeeld in kleine hoeveelheden als ijsblokjes.
    • Een fretje van 1 kg heeft ongeveer genoeg aan 4x daags 20-25 ml. Het is namelijk krachtvoeding.
    • Geef het lauwwarm (30°-40°).

    Blikvoeding: Geef het altijd lauwwarm. Probeer de volgende manieren na elkaar uit:

    1. Zo uit het blikje (wel verwarmd).
    2. Gemengd met lauwwarm water en goed doorgeroerd. 
    3. Met een staafmixer tot egale brij gemaakt.
    4. Gemengd met het smakelijke RC Recovery Liquid.

    Voeding in poedervorm: Meng poeder met lauwwarm water tot het een dikte heeft vergelijkbaar met drinkyoghurt. Geef het lauwwarm (30°-40°).

    Leren eten van nieuwe voeding:

    Fretten hebben sterke voedingsvoorkeuren, vaak al ontstaan in hun puppytijd. Nieuwe voeding moet daarom meestal eerst worden aangeleerd om te eten. Meestal zijn daar 1-2 dagen voor nodig.

    Het helpt enorm om in deze leerperiode géén andere voeding aan te bieden.
    Ook bij fretten maakt een beetje honger “rauwe bonen zoet”. Maakt u zich hierbij geen zorgen over het welzijn van uw fretje, alleen zeer zieke fretten of fretten met insulinomen moeten elke dag eten.
    Fretten zijn van nature prooidiereters en de jacht vindt 2x daags plaats in de schemertijd. Soms wordt er geen prooi gevangen en dan is er niets te eten.

    - Start 4x daags met kleine hoeveelheden (5-10 ml).
    - Voer de hoeveelheid langzaam per dag op.

    Manier 1: De fret zachtjes rond zijn nek bij het eten houden. Eventueel van de vinger af laten likken en op schoot nemen.

    waltham1

    Manier 2: De fret losjes rond zijn nek vasthouden en een lepeltje met de nieuwe voeding onder zijn neus houden.

    waltham2

    Manier 3: De fret losjes rond de nek vasthouden en met een 1 ml. spuitje de nieuwe voeding tegen zijn voortanden/verhemelte spuiten. Meestal likken ze het al snel uit het spuitje op. Als u dit een paar keer per dag herhaald, leert een fretje het eten. 
    Lukt dit nog niet, dan eventueel voorzichtig in het nekvel pakken om hem bij de les te houden.

    waltham3

    NOOIT doen:

    • Duw nooit een fret met zijn neus in het voer.
    • Forceer nooit het voerspuitje tussen de tanden of kiezen van een fret.
    • Blijf nooit doorvoeren als de fret niet slikt.
    • Voer niet iets wat te warm is (altijd even voelen met je vinger).

    Aangepast april 2022 door Hanneke Roest